donderdag 9 november 2017

Wie wacht op wie?

Wacht niet langer met sport & bewegen in de omgevingsvisie verankeren!
Op 15 november, twee jaar geleden schreef ik een blog met als titel Verbind gezondheid met ruimtelijk beleid in de lokale omgevingsvisie. Vandaag (8 november 2017) ben ik in de Maaspoort in Den Bosch bij de regiobijeenkomst Omgevingswet en sport & Bewegen, georganiseerd door de Vereniging Sport en Gemeenten(VSG) in samenwerking met de VNG en regionale GGD, waar enkele deelnemers zich afvragen of ze het nog gaan meemaken dat de Omgevingswet wordt ingevoerd…

In de deze week gepubliceerde factsheet ‘Sportontwikkeling naar sporttak’ van het Mulier Instituut zag ik gisteren dat de individualisering van de sportdeelname sterk doorzet en dat het sportief gebruik van de openbare ruimte toeneemt. In de eerder gepubliceerde monitor sport- en beweegbeleid, eveneens van het Mulier Instituut, lees ik dat in gemeentelijke sportbeleidsplannen de aandacht voor sport en bewegen in de openbare ruimte toeneemt. Ook zie ik in deze monitor dat 90% van de beleidsmedewerkers sport “dat mensen meer gaan bewegen (spelen, wandelen en fietsen in de openbare ruimte)” noemt als iets wat men wil bereiken met het sportbeleid. Goede openbare voorzieningen voor sportieve recreatie, dat is waar het voor de meeste gemeenten (46%) om draait. En wat dacht je van het bij gebiedsontwikkeling meer aan de voorkant meenemen van sport- en speelmogelijkheden, wat 39% van de gemeenten benoemd als doelstelling ten aanzien van sport en openbare ruimte. Daarnaast geeft nog eens een kwart van de gemeenten aan sport en sportieve recreatie bij het maken van bestemmingsplannen te willen betrekken (Hoekman en van der Maat, 2017, p.35-36 ).

Verschillende ontwikkelingen komen hier mooi samen en kunnen elkaar versterken. We wisten al dat 41 procent van de Nederlanders de openbare ruimte wel eens gebruikt om te sporten en bewegen (Hoekman, Wezenberg-Hoenderkamp & van den Dool, 2015). Combineer dat met de verdergaande individualisering van sportdeelname en meer en meer aandacht in lokaal beleid voor sport en bewegen in de openbare ruimte en je hebt voldoende motieven als lokale sport- beweeg- en gezondheidsprofessional om je eens te gaan bemoeien met die nieuwe gemeentelijke omgevingsvisie.

Anderzijds zorgt de komst van de Omgevingswet, vermoedelijk zal deze worden ingevoerd in 2021, aan de zijde van de ruimtelijk professionals dat de deur op een kier staat. Maarten Hoorn, projectleider bij Platform 31, onderschrijft dat. Hij moedigt de zaal, die voor 85% uit sport- beweegprofessionals bestaat, aan om het momentum te pakken. “De Omgevingswet staat in de picture. Gemeenten zijn nu omgevingsvisies aan het opstellen of plannen daarvoor aan het maken. De omgevingsvisie is voor gemeenten HET instrument om aan te geven wat je als gemeente belangrijk vindt” aldus Hoorn.

Maar waar gaan we aanhaken en bij wie? En wanneer? En wat nemen we dan mee? Om te beginnen artikel 1.3 van de Omgevingswet waar het gaat over de maatschappelijke doelen, onder andere het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving. In de Memorie van toelichting wordt “de deur open gezet om naar andere aspecten te kijken, zoals de niet genormeerde gezondheidsaspecten waarvan we veronderstellen dat ze op een positieve manier bijdragen aan de gezondheid. En gemeenten kunnen de GGD een adviserende rol toebedelen” vertelt Hoorn ons.

Gezondheidsmakelaar Emy van Maaren-Heijligers, van GGD Brabant Zuid Oost heeft al zo’n adviserende rol.  Met ‘kernwaarden voor een gezonde leefomgeving’ onder haar arm neemt ze ons mee in haar werk waarin ze ziet dat er heel veel partijen zich bezig willen houden met die Omgevingswet en de invoering ervan. Van Maaren verwacht “veel ingewikkelde gesprekken, want normen gaan vervallen. Een afwegingskader wordt daarbij belangrijk net als echt met elkaar in gesprek gaan.” GGD GHOR Nederland heeft het document van normen naar waarden, kernwaarden voor een Gezonde Leefomgeving opgesteld. De kernwaarden zijn zo geformuleerd dat ook wij ze kunnen gebruiken wanneer we op pad gaan om ons te gaan mengen in de processen die lopen of gaan lopen om te komen tot bijvoorbeeld een Omgevingsvisie. Denk aan een gezonde woonomgeving en gezonde gebouwen en het stimuleren van gezonde mobiliteit. Als tip geeft van Maaren ook mee om cijfers rondom bijvoorbeeld beweeggedrag en de mening over de leefomgeving, uit de GGD Monitor te gebruiken bij het maken van een omgevingsvisie.

Dat past volgens mij goed bij de meer gebiedsgerichte aanpak. Voor je een visie maakt, eerst kijken naar wat is de huidige situatie in mijn gemeente en vervolgens ook onderscheid durven maken. Iets wat met een omgevingsvisie en in een omgevingsplan eenvoudiger moet kunnen. Maarten Hoorn benoemd dat in sessies met gemeenten, een kaart met verschillen per wijk in beeld, zorgt voor inzicht.

Ellen de Bonth, expeditieleider bij de gemeente Breda, laat ons een voorbeeld zien van een Breda’s project waarin vanuit een gebiedsgerichte benadering gewerkt wordt. In een van de OMOOC video’s ‘anders werken door de omgevingswet’ is te zien hoe burgers en gemeenten samenwerken aan een gebiedsgericht project. Een mooi voorbeeld met wijze lessen zoals ‘de procedure is vaak de vijand van de creativiteit die bij de medewerkers aanwezig is’ of ‘vanaf het begin samen aan tafel wil niet zeggen dat je het overal over eens bent of wordt’. Mooi ook vond ik de quote ‘leren werken dat het eindpunt niet in zicht is, maar dat je stap voor stap dichterbij komt’. Een van de burger initiatiefnemers zegt ook nog ‘taal is een grote hindernis’. Ellen de Bonth refereert aan deze laatste uitspraak met ‘Sjef is mijn nieuwe beste vriend, we leren heel veel en hij heeft een woordenboek gemaakt!’ Mooi hoe burgers en professionals samen kunnen optrekken in dit traject. De video is zeker de moeite waard om terug te kijken!

Maar ik mis het sport-, beweeg- of gezondheidsaspect, waarvan ik zo gehoopt had een geslaagd voorbeeld te horen vandaag. De Bredase expeditieleider vraagt ons deelnemers wat sport kan betekenen voor de Omgevingswet. Vele van ons draaien de vraag om, wat kan de Omgevingswet betekenen voor sport, bewegen en gezondheid? Hoe je de vraag ook interpreteert, elke aanwezige kan wel iets bedenken.

Dan bekruipt me dat gevoel weer…’Daar hebben we de Omgevingswet toch helemaal niet voor nodig.’ Dennis Ruijgt besluit de ochtend met praktische tips. Net als ik, probeert Dennis sport en ruimte te verbinden. Hij doet dat met zijn eigen bureau ‘Ruimte voor Sport’. VSG heeft Dennis gevraagd, met een aantal partners, een handreiking te ontwikkelen die ruimtelijk professionals helpt om het proces in te duiken van een omgevingsvisie of een omgevingsplan. Ik kijk uit naar de handreiking, hoewel ik denk dat de praktische producten, zoals de Reisgids Beweegvriendelijke Omgeving, waaraan ik heb mogen werken bij het Kenniscentrum Sport een aantal jaren geleden, ook nu weer heel behulpzaam kunnen zijn. De vraag ‘hoe dan?’ is een vraag die ik mijzelf en collega’s destijds voortdurend heb gesteld. Ook in de nieuwe handreiking zal deze HOE vraag centraal staan.

Dennis Ruijgt deelt alvast wat tips met ons. Kijk door de ogen van een kind of oudere en zet als sport- en beweegprofessional een positief kritische bril op om die leefomgeving te bezien. En praat met en in kaarten! Iets wat ik zelf ook altijd probeer en blijf roepen. De beeldtaal spreken we immers allemaal. In de Reisgids Beweegvriendelijke omgeving hebben we zelfs ‘de wereld van beweegvriendelijke omgeving' op kaart laten tekenen door de makers van de Atlas van de Belevingswereld. Oh ja, en een taalgids. Vorige week merkte ik tijdens mijn werk als docent en onderzoeker van Fontys Sporthogeschool, toen ik met een gemeente in gesprek was, weer op dat taal soms voor verwarring kan zorgen. Neem het woord interventie. Een projectleider openbare ruimte heeft een totaal ander beeld bij het woord interventie dan een gezondheids- of sport- en beweeg professional, die het toch al snel over bewezen of effectieve interventies hebben. Terwijl die ruimtelijk professional misschien denkt aan een (kleine) ingreep om iets te verbeteren. Er zijn niet voor niets 25 definities van het woord interventie te vinden. Dat taalgidsje dus. Ook nog steeds nuttig.

Ruijgt wijst ons nog eens op de gemeenteraadsverkiezingen in 2018. De nieuwe gemeenteraad gaat die omgevingsvisie vaststellen. Elke gemeente wordt immers verplicht om een omgevingsvisie op te stellen, binnen vijf jaar na inwerking treden van de wet. En dan valt voor mij het kwartje. Waarom we die Omgevingswet juist wel nodig hebben om als sport en ruimte dichter bij elkaar te komen. Dit is het moment. De deur staat niet op een kiertje maar de deur staat wagenwijd open. Je als gemeente voorbereiden op de Omgevingswet is een klus die je er niet even bij doet. Het is een transitie vergelijkbaar of misschien nog wel groter dan de laatste decentralisaties in het sociale domein als je het mij vraag. De Omgevingswet staat op de agenda. Je kunt er niet omheen.  

Dus wie wacht nu eigenlijk op wie? Ik roep de sport- en beweegprofessionals op om de deuren van collega’s plat te lopen en heel veel koffie te gaan drinken. Zoek die projectleider omgevingsvisie op. Praat eens met die interim programmamanager die de gemeente aan het voorbereiden is op de Omgevingswet. Of gooi eens een balletje op in je eigen team om met een voorstel te komen in een gebiedsontwikkeling en sport- en bewegen daar een plek in te geven. Zorg dat je bent voorbereid. Neem die cijfers mee van de GGD of je eigen monitor. Zet op kaart wat je weet vanuit sport- en bewegen en wees bereid om te helpen. Ellen de Both vult nog aan met de waardevolle tip om bij te dragen aan het ‘huishoudboekje’ of overdrachtsdocument van het huidig aan het nieuwe college.

Nog even terug naar die open deur. Professionals in de ruimtelijke sector, laat die deur open staan voor alle collega’s. Voor collega’s die je helpen omdat ze de gebieden goed kennen en weten wat er speelt. Collega’s die een groot netwerk hebben in de buurt omdat ze buurtsportcoach zijn, of contact met alle sportverenigingen hebben in de stad. Collega’s die heel goed kunnen organiseren en in de actie stand staan. Het maakt niet uit. Ik besef me als sociaal planoloog als geen ander dat er enorm veel mensen zullen binnenwandelen met allemaal een ander belang. Maar ik hoop van harte dat die Omgevingswet echt de deur open laat staan en zorgt voor die, oh zo waardevolle, integrale aanpak. Zet een streep door die sectoren en zoek het gezamenlijk belang. Een fijne plek om te wonen, werken en recreĆ«ren, voor alle inwoners!

Oh ja, mocht je nog argumenten nodig hebben om collega’s te overtuigen van het nut, de noodzaak en de waarden van sport & bewegen? Dan kan het artikel ‘wat is de sociaal economische waarde van sport en bewegen’ van het Kenniscentrum Sport enorm behulpzaam zijn. Want sport en bewegen levert geld op!

Bronnen en online informatie

  
Diverse websites om cijfers EN KAARTEN! op te halen